Een fascinerende en exotische autobiografie van Lisa St Aubin de Teran. Op zestienjarige leeftijd komt zij in Londen op straat de Zuid-Amerikaanse aristocraat en bankrover Don Jaime Teran tegen, met wie ze trouwt en door Italië trekt. Later volgt ze hem naar zijn familielandgoed diep in de Venezolaanse Andes. Eenmaal op de avocado- en suikerrietplantages aangekomen, laat Jaime haar aan haar lot over, zodat ze moet overleven op mango's, guaves en de Engelse biscuitjes die ze nog in haar koffer heeft.
Lisa vertelt in dit boek hoe ze er het beste van maakt, hoe ze La Dona wordt en het landgoed bestiert, hoe ze haar eerste kind krijgt, hoe ze door eenzaamheid en heimwee gedreven haar schrijverscarrière begint, hoe haar echtgenoot steeds geesteszieker en gewelddadiger wordt en hoe ze zeven jaar lang tussen la gente leeft, ongeletterde mensen die volgens haar eigen zeggen de grootste invloed op haar leven en werk heben uitgeoefend.