De jonge chimo, die met honderden andere zwarte en Noordafrikaanse kanslozen in de naargeestige banlieu aan de rand van Parijs woont, houdt van schrijven: dagelijks wijdt hij zich aan zijn arbeid in een vervallen gebouw waar hij zijn kantoor heeft ingericht. De zestienjarige Lila gaat eveneens haar eigen gang. Zij zoekt slechts af en toe het gezelfschap van Chimo, die al snel geheel in haar ban raakt. De engelachtige Lila is openhartig en schaamteloos. Ze praat uitsluitend over seks, ze verleidt Chimo met haar woorden en daden. Zonder dat ze het met elkaar doen, bepaalt sekssualiteit hun relatie. Chimo- op zijn beurt - schrijft alles op wat Lila zegt en doet. Onervaren als hij is, gelooft Chimo alles wat Lila hem vertelt. Hun verhaal kan niet anders dan slecht aflopen.