Als Anna - in het 'Eerste gesprek' van Ingmar bergmans nieuwe roman - op een dag in juli 1925 de oude predikant Jacon tegenkomt, die haar catechisatiepredikant en zielzorger is, biecht ze hem op: Ik ben een ontrouwe echtgenote. Ik leef met een andere man. Ik bedrieg Hendrik. Ik ben bang. Geen slecht geweten of zoiets. Dat zou belachelijk zijn. Maar angst. Ik weet niet wat ik doen moet. Een andere man. Vertrouwelijke gesprekken, gaat over hoe passie in iemands leven catastrofes kan veroorzaken, en over hoe ware liefde soms de waarheid niet overleeft. Ingmar Bergman zet in deze roman een vrouwenleven, met alle kracht en besluiteloosheid daarin, in een pijnlijk helder licht.