Vier mensen, onder wie de priester-krijger Damien Vryce en de tovenaar Gerald Tarrant, vermoeden in In de schaduw van de zwarte zon ee hevig offensief van de faege, een verschrikkelijke natuurkracht die zich voedt met méér dan alleen de dromen en nachtmerries van mensen. Gestuurd door deze verwachting zetten zij zich op een queeste waarvan het voortbestaan van de mensheid op de wereld Erna mogelijk afhangt. Nu blijkt na de avonduren in Rakhland dat een nog grotere boze macht dan de faege, een onbenoembare entiteit met de kracht van een godheid, zich ophoudt op het oostelijk continent, aan de overzijde van Novatlantis. Eerder vertrokken daarheen vijf expedities waarvan nooit meer iets werd vernomen. Op zoek naar de oorsprong van het nieuwe onbekende kwaad wagen Damien Vryce en Gerald Tarrant de oversteek in gezelschap van de Rakhvrouw Hesseth, die beresterk is en, letterlijk, klauwen heeft. Het drietal dat door het noodlot bijeen werd gebracht, komt aan in een land waar de Kerk van de E