Olie (gb)
'Olie', de postume schandaalkroniek van Pier Paolo Pasolini, had tweeduizend pagina's moeten tellen en had zijn magnum opus zullen worden. Wat het wonderkind van de Italiaanse literatuur, cinema en journalistiek voor ogen stond, was een mengeling van erotiek en politiek, van poëzie en aanklacht, van feitelijke documenten en dromen: 'de som van al mijn ervaringen, van al mijn herinneringen.' Pasolini heeft van het voorjaar van 1972 tot aan zijn gewelddadige dood in november 1975 aan het manuscript gewerkt. Toen het in november 1992 tenslotte verscheen, zorgde het - zoals zo vaak met films en boeken van de grote cineast en schrijver het geval was - voor een groot schandaal.
'Olie' is opgezet als aanklacht tegen de verwording van de politiek in persoonlijk winstbejag, tegen de groeiende vermenging van politiek, zaken en misdaad in Italë van de jaren vijftig. ENI, de staatsholding voor energie (vandaar de titel van het boek) raakt betrokken bij allerlei grote en kleine schandalen. Symbool voor de culturele en politieke crisis van het land is Carlo, een hooggeplaatste manager. Hij is de gespletenheid zelve. Soms weet hij niet meer of hij man of vrouw is, maar bovendien heeft hij een dubbele identiteit: aan de ene kant is hij Carlo di Polis, de ENI-employé, lid van de opkomende burgerij, aan de andere kant Carlo di Tetis, een man van het volk, wortelend in het stelsel van waarheden dat Pasolini in vroegere werken als 'Jongens uit het leven' en 'Meedogenloos bestaan' en in een film als 'Accattone' heeft verheerlijkt. Hij is de slaaf van zijn alter ego en de verpersoonlijking van zijn ongeremde seksualiteit.
Pasolini's 'Olie' is onvoltooid gebleven; niettemin is het monumentaal in zijn uitbeelding van het leven zoals het ook schaamteloos is in zijn onthullingsdrift.
'Olie' is opgezet als aanklacht tegen de verwording van de politiek in persoonlijk winstbejag, tegen de groeiende vermenging van politiek, zaken en misdaad in Italë van de jaren vijftig. ENI, de staatsholding voor energie (vandaar de titel van het boek) raakt betrokken bij allerlei grote en kleine schandalen. Symbool voor de culturele en politieke crisis van het land is Carlo, een hooggeplaatste manager. Hij is de gespletenheid zelve. Soms weet hij niet meer of hij man of vrouw is, maar bovendien heeft hij een dubbele identiteit: aan de ene kant is hij Carlo di Polis, de ENI-employé, lid van de opkomende burgerij, aan de andere kant Carlo di Tetis, een man van het volk, wortelend in het stelsel van waarheden dat Pasolini in vroegere werken als 'Jongens uit het leven' en 'Meedogenloos bestaan' en in een film als 'Accattone' heeft verheerlijkt. Hij is de slaaf van zijn alter ego en de verpersoonlijking van zijn ongeremde seksualiteit.
Pasolini's 'Olie' is onvoltooid gebleven; niettemin is het monumentaal in zijn uitbeelding van het leven zoals het ook schaamteloos is in zijn onthullingsdrift.
Auteur | | Pasolini |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | |