Vogels van Amerika is Mary McCarthy's eerste roman sinds De Groep. Deze moderne 'Bildungsroman' is het verhaal over de jonge Amerikaanse student Peter Levi die, negentien jaar oud, in Frankrijk arriveert om een jaar aan de Parijse Sorbonne te studeren en, met al zijn goede bedoelingen, vaak in moeilijke situaties belandt. Meer dan één criticus heeft Peter Levi dan ook vergeleken met Voltaire's onsterfelijke Candide die aan het eind van zijn verbijsterende lotgevallen besluit om voortaan alleen nog wat in zijn tuin te spitten.

Peter heeft een dubbele moederbinding, zowel met zijn eigen muzikale en anti-autoritaire moeder als met moeder Natuur, die hij vooral om haar vogels bewondert. Hij is een vriendelijke, serieuze jongen die het leven niet makkelijk opneemt. Zoals veel van zijn leeftijdgenoten moet hij zijn standpunt bepalen over Viëtnam, de vanzelfsprekendheid van het vegetarisme, zijn verantwoordelijkheid voor al het kwaad in de wereld, de verhouding tussen kunst en politiek, en meer netelige zaken.

Hij voelt zich bijna persoonlijk verantwoordelijk voor de clochards onder bruggen en op metro-roosters en is vagelijk jaloers op de jonge werklui, zijn leeftijdgenoten, die in de vele bistro's een glaasje nuttigen. Hij probeert te leven volgens Kant's filosofie met als gevolg kleine comedies, rampen in zakformaat, en de gebruikelijke conflicten met de politie en andere ordehandhavers. Hij wordt voortdurend gedwarsboomd maar even taai en volhardend als onkruid gaat hij zijn weg.