De laatste twee jaar hebben België en Nederland bewogen verkiezingen meegemaakt. Partijen kwamen uit het niets op en verdwenen weer, of toch zo goed als. Volgens de mensen die in deze bundel aan het woord komen - vijf Vlamingen en een Nederlander, een politoloog en vijf filosofen - zijn die politieke beroerten het teken van een diepere malaise. De woorden waarmee kon worden uitgelegd wat een democratische maatschappij is, hebben geen duidelijke betekenis meer. De vertrouwde kaders waarin politiek de voorbije tweehonderd jaar werd bedreven, zijn aan het verdwijnen. Wat is precies de opdracht van de politiek? Wat is de relatie tussen de burgers en hun vertegenwoordigers die over hen regeren? Welke taak hebben politieke partijen? Is politiek mogelijk zonder macht? Om op die vragen te kunnen antwoorden, gaan de auteurs in Democratie als filosofisch vraagstuk opnieuw op zoek naar wat macht, politiek, vertegenwoordiging, publiek debat en vele andere termen uit het politieke begrippenapparaat