S.G. Nooteboom, de auteur van dit boek, is geboren in 1934 en werd eind jaren vijftig opgeleid als officier van de Elektrotechnische Dienst van de Koninklijke Marine. Hij diende afwisselend aan boord van schepen en aan de wal, waar hij tussen 1962 en 1985 regelmatig werd geplaatst bij scheepsnieuwbouwprojecten. Van 1982 tot 1984 was hij projectleider bij de bouw van S- en L-fregatten.

In deze uitgave behandelt Nooteboom de marinescheepsbouw van na de Tweede Wereldoorlog tot vijftig jaar later. Hij belicht de grotere aanbouwprojecten die de Koninklijke Marine in die periode heeft uitgevoerd en laat zien met welke problemen zij werd geconfronteerd.
Een modern marineschip is een uniek technisch product. Het is ingewikkelder en complexer dan, bijvoorbeeld, een straaljager, vergt veel meer manuren voor de bouw en het beproeven ervan en vertegenwoordigt een zeer grote som geld. De politiek bemoeit zich in toenemende mate met deze materie en ook de bureaucratie spreekt een groter woordje mee.

Met deze publicatie wordt een onderwerp aangesneden dat tot dusverre in de literatuur volstrekt onbelicht is gebleven. Het zal niet slechts de deskundige aanspreken, maar ook de leek zal met interesse kennis nemen van deze materie.