Om de macht over het water
Waterlozing en waterkering zijn van oudsher van levensbelang in het Nederlandse deltagebied. In vroeger eeuwen lag de zorg hiervoor in handen van waterschappen en provinciale besturen. Maar met het ontstaan van een centraal bestuurde eenheidsstaat in 1798 trok de rijksoverheid deze verantwoordelijkheid naar zich toe. Het beleid inzake waterstaatwerken en de grote rivieren werd toevertrouwd aan een op nationale schaal opererende technische overheidsdienst. Dit riep veel weerstanden op, zowel van de kant van de gevestigde orde op het waterstaatdomein als van de politieke tegenstanders van het centrale gezag.
In dit boek wordt de ontwikkeling van de nieuwe dienst, 's Rijks Waterstaat, gevolgd vanaf de oprichting in 1798 tot het midden van de negentiende eeuw. Tegen de achtergrond van de maatschappelijke dynamiek van de Bataafs-Franse tijd en de soms turbulente periode van de monarchie onder koning Willem I gaat de auteur op zoek naar de betekenis van de waterstaat in de zich vernieuwende samenleving. Hierbij staan drie thema's centraal. Ten eerste de ontwikkeling van een centraal bestuur en de rol van de dienst in de maatschappij. Vervolgens de vorming van een korps waterstaatingenieurs, de werving van lager personeel en de wording van een nieuwe organisatie. Ten slotte wordt aan de hand van een aantal infrastructurele werken duidelijk gemaakt hoe de dienst in werkelijkheid functioneerde in de zorg voor veiligheid en de toepassing van nieuwe waterbouwkunde en civiele techniek.
In dit boek wordt de ontwikkeling van de nieuwe dienst, 's Rijks Waterstaat, gevolgd vanaf de oprichting in 1798 tot het midden van de negentiende eeuw. Tegen de achtergrond van de maatschappelijke dynamiek van de Bataafs-Franse tijd en de soms turbulente periode van de monarchie onder koning Willem I gaat de auteur op zoek naar de betekenis van de waterstaat in de zich vernieuwende samenleving. Hierbij staan drie thema's centraal. Ten eerste de ontwikkeling van een centraal bestuur en de rol van de dienst in de maatschappij. Vervolgens de vorming van een korps waterstaatingenieurs, de werving van lager personeel en de wording van een nieuwe organisatie. Ten slotte wordt aan de hand van een aantal infrastructurele werken duidelijk gemaakt hoe de dienst in werkelijkheid functioneerde in de zorg voor veiligheid en de toepassing van nieuwe waterbouwkunde en civiele techniek.
Auteur | | A. Bosch |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Geschiedenis |