FEIJENOORD/Wonen en leven tussen rails en waterkant
Rein Wolters (1946) zag het levenslicht op Katendrecht, maar groeide op in de Afrikaanderwijk, Hillesluis en Feijenoord. Als publicist maakte hij in 1965 zijn debuut in Het Vrije Volk, een dagblad dat niet meer bestaat maar ooit de grootste krant van Nederland was. Het was zijn begin als freelance-journalist voor de regio Rotterdam. In 1978 werd hij vaste kracht voor de 'rode' krant.
Wolters begon eind jaren zeventig de rubriek 'Mijmeringen over Zuid van Toen' in de bijlage Zuid-Extra. Zijn herinneringen sloegen bij de lezers aan en hij ontving een stroom van reacties na elke aflevering. Voor het eerst werden de 'gewone' wijken van Rotterdam belicht. Tot die tijd beperkte men zich in de meeste geschiedschrijving tot het oude centrum van Rotterdam.
Na twee jaar kwam een einde aan de beschrijvingen van Wolters, die daarmee een bijdrage had geleverd aan het noteren van herkenbare geschiedenis van de wijken op de linker-Maasoever. In de laatste jaren van het bestaan van Het Vrije Volk (1988-1991) schreef Wolters de rubriek 'De Pappegay'. Daarna zette hij zijn activiteiten voort in het Rotterdams Dagblad, dat was ontstaan door een samengaan van Het Vrije Volk en het Rotterdams Nieuwsblad. Zijn column 'Rotterdam van toen' wordt sindsdien door velen verslonden. Wolters is door zijn populaire beschouwingen niet meer weg te denken uit de kolommen van het Rotterdams Dagblad. Zijn stukken kenmerken zich door een directe stijl vol Rotterdamse taal en nuchtere ontboezemingen. Wolters spreekt het jargon van de stad aan de Nieuwe Maas.
Hij verleende zijn medewerking aan verschillende andere publicaties, waaronder 'Vliegveld Waalhaven - Verleden tijd maar niet vergeten' (1985) en 'Hoed af voor 33 jaar Boergoenzers' (1995) over de historie van het carnaval in Rotterdam. In het kader van de boekenreeks 'Rotterdam in voorbije dagen' verscheen in 1998 van zijn hand 'Schooien en opgroeien rondom de kerk in de Afrikaanderwijk'.
Los van zijn journalistieke activiteiten zette hij zich volledig in voor allerlei zaken op sociaal en cultureel gebied. Wolters organiseerde reĆ¼nies voor de (oud)bewoners van verdwenen straten en startte acties samen met artiesten als Lee Towers, Herman van Veen en Bas(sie van Adriaan) van Toor voor goede doelen als het Ron Wichmanhuis voor aidspatiĆ«nten, de Dr. Daniel den Hoedkliniek, vogelasiel Karel Schot en het Sophia Kinderziekenhuis. Zeven jaar van zijn vrije tijd zette Wolters zich daadwerkelijk in voor stichting rondvaartbedrijf De Croosboot. Voorts is hij altijd aanwezig wanneer er in Rotterdam iets gebeurt aan het historisch front. Een en ander heeft hem onderscheidingen opgeleverd. Zo was hij 'Hoogvlieter van het Jaar' (1989) en 'Rotterdammer van het Jaar' (1992) en ontving hij de Erasmusspeld (1996). Toen voormalig burgemeester dr. A. Peper hem deze laatste onderscheiding opspeldde, roemde hij Wolters nadrukkelijk voor zijn inzet als echte Rotterdammer.
Wolters begon eind jaren zeventig de rubriek 'Mijmeringen over Zuid van Toen' in de bijlage Zuid-Extra. Zijn herinneringen sloegen bij de lezers aan en hij ontving een stroom van reacties na elke aflevering. Voor het eerst werden de 'gewone' wijken van Rotterdam belicht. Tot die tijd beperkte men zich in de meeste geschiedschrijving tot het oude centrum van Rotterdam.
Na twee jaar kwam een einde aan de beschrijvingen van Wolters, die daarmee een bijdrage had geleverd aan het noteren van herkenbare geschiedenis van de wijken op de linker-Maasoever. In de laatste jaren van het bestaan van Het Vrije Volk (1988-1991) schreef Wolters de rubriek 'De Pappegay'. Daarna zette hij zijn activiteiten voort in het Rotterdams Dagblad, dat was ontstaan door een samengaan van Het Vrije Volk en het Rotterdams Nieuwsblad. Zijn column 'Rotterdam van toen' wordt sindsdien door velen verslonden. Wolters is door zijn populaire beschouwingen niet meer weg te denken uit de kolommen van het Rotterdams Dagblad. Zijn stukken kenmerken zich door een directe stijl vol Rotterdamse taal en nuchtere ontboezemingen. Wolters spreekt het jargon van de stad aan de Nieuwe Maas.
Hij verleende zijn medewerking aan verschillende andere publicaties, waaronder 'Vliegveld Waalhaven - Verleden tijd maar niet vergeten' (1985) en 'Hoed af voor 33 jaar Boergoenzers' (1995) over de historie van het carnaval in Rotterdam. In het kader van de boekenreeks 'Rotterdam in voorbije dagen' verscheen in 1998 van zijn hand 'Schooien en opgroeien rondom de kerk in de Afrikaanderwijk'.
Los van zijn journalistieke activiteiten zette hij zich volledig in voor allerlei zaken op sociaal en cultureel gebied. Wolters organiseerde reĆ¼nies voor de (oud)bewoners van verdwenen straten en startte acties samen met artiesten als Lee Towers, Herman van Veen en Bas(sie van Adriaan) van Toor voor goede doelen als het Ron Wichmanhuis voor aidspatiĆ«nten, de Dr. Daniel den Hoedkliniek, vogelasiel Karel Schot en het Sophia Kinderziekenhuis. Zeven jaar van zijn vrije tijd zette Wolters zich daadwerkelijk in voor stichting rondvaartbedrijf De Croosboot. Voorts is hij altijd aanwezig wanneer er in Rotterdam iets gebeurt aan het historisch front. Een en ander heeft hem onderscheidingen opgeleverd. Zo was hij 'Hoogvlieter van het Jaar' (1989) en 'Rotterdammer van het Jaar' (1992) en ontving hij de Erasmusspeld (1996). Toen voormalig burgemeester dr. A. Peper hem deze laatste onderscheiding opspeldde, roemde hij Wolters nadrukkelijk voor zijn inzet als echte Rotterdammer.
Auteur | | R. Wolters |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Vrije tijd & Hobby |