'En wij hebben in de laatste oorlog een minnaar verloren. We hadden een minnaar, maar sinds de oorlog is hij weg. Gewoon verdwenen. Hij en de oude Morris van zijn grootmoeder. Al meer dan zes maanden wordt hij vermist. We zeggen wel altijd: "Een klein landje, een dorp, iedereen kent iedereen, zelfs in de verste uithoeken," maar het lijkt of hij door de aarde is verzwolgen zonder een spoor achter te laten en of alle naspeuringen zinloos zijn.' Zo begint de zoektocht van Adam naar de minnaar van zijn vrouw. Deze Gavriël is verdwenen tijdens de Jom-Kippoeroorlog. Is hij dood of gedeserteerd? Geschreven in een zuivere taal zonder franje geeft De minnaar alle aspecten van een getourmenteerd land weer.