Benazir Bhutto, de op 27 december 2007 vermoorde oppositieleidster en voormalig premier van Pakistan, roept op tot verzoening van de islam met democratische beginselen.

Vanuit haar eigen overtuiging en haar eigen ervaringen met de verdeeldheid en haat in Pakistan, spreekt Benazir Bhutto aangrijpend en tegelijkertijd overtuigend over de radicalisering van de islam en de toenemende spanning tussen de islam en het Westen.

Westerse landen zijn door hun politieke en militaire inmenging in het Midden-Oosten, Pakistan en Afghanistan mede verantwoordelijk voor de opkomst van de extremistische islam en islamitische terroristische groeperingen.


Pakistan, meer dan elk ander moslimland, geldt als voorbeeld voor de vele fouten die gemaakt zijn en waar de botsing tussen Oost en West het meest onafwendbaar lijkt.

In Verzoening ontvouwt Bhutto haar visie op hoe zij de culturele, politieke en economische kloven had willen overbruggen en hoe zij met de steun van het Westen Pakistan had willen laten herrijzen als een realistisch en gematigd alternatief model van democratie en economische ontwikkeling voor de meer dan eenn miljard moslims wereldwijd.

Laatste gedachtengoed van benazir Bhutto, door haarzelf geschreven
Van groot historisch en biografisch belang
Levenswerk van een invloedrijke vrouw in een islamitisch land
Verschijnt vóór de parlementsverkiezingen in Pakistan van 18 februari

Over de auteur
Benazir Bhutto was de leider van de Pakistaanse Volkspartij. Ze was tussen 1988 en 1996 tweemaal premier van Pakistan, en daarmee de eerste vrouwelijke minister-president van een islamitische republiek. Op 27 december 2007 is Bhutto bij een campagnebijeenkomst vermoord, twee weken voor de algemene verkiezingen waarvoor zij de belangrijkste oppositiekandidaat was.