Gedreven door een visioen leidt Cha-kwena zijn stam tot voorbij het donkere woud, maar de stamleden smeken hem terug te keren voordat ze de `rand van de wereld´ bereiken.
Mah-ree, Cha-kwena´s vrouw, vreest dat hij zal ontdekken dat zij met de traditie van hun volk heeft gebroken en dat hij haar het ongeluk van zijn volk zal aanrekenen.
Shateh, de opperkrijger, wil maar één ding, ook al gaat dat ten koste van een afstammeling van zijn eigen bloed.
Warakan, gered uit de handen van menseneters, wordt achtergelaten in de wildernis, waar hij zal uitgroeien tot iemand die wordt gevreesd... of aanbeden.
Ban-ya, de verbannen vrouw, weet te overleven in de vallei waar de grote mammoet sterft. Ze brengt haar in ballingschap geboren tweelingzonen groot en zweert wraak te nemen op hen die haar verraden hebben.