In de zomer van 1947 keert een voormalige Nederlandse SS'er terug naar Den Haag met in zijn bezit een Duits document waarmee onomstotelijk wordt bewezen dat de geallieerde luchtlandingen bij Arnhem zijn verraden door de dubbelspion King Kong. Pieter Nolten, neef van oud-premier Gerbrandy en voormalig geheim agent van de Nederlandse regering in Londen, krijgt de opdracht het document te onderscheppen, zonder te weten dat het uiterst compromitterend is voor koningin en regering. Zijn naspeuringen brengen hem in contact met de leden van een schimmige organisatie die Nederland wil behoeden voor het communistische gevaar en Indië wil behouden.