Berlijn ann het begin van de jaren dertig. In het centrum van de stad straalt luxe je tegemoet, maar in de buitenwijken moeten de mensen vechten voor hun bestaan. De armoede, woningnood en werkeloosheid worden met de dag erger. De 15-jarige Hand heeft gelukkig ee baantje gevonden in een fabriek. Daar worden de ruzies tussen aanhangers van Hitler en de communisten en de socialisten stteds heftiger en gewelddadiger. Maar ook bij Hans thuis speelt de politiek een grote rol; zijn vader is een rechtgeaarde communist maar wordt uit de partij gezet. Steeds opnieuw moet Hans kiezen; voor of tegen zijn broer Helle, die nog wel lid van de communistische partij is. Voor of tegen zijn zus Martha, die een nazi-vriend heeft. Voor of tegen zijn joodse vriendin Mieze die bang is voor de toekomst.