Nu operational auditing steeds meer in de belangstelling staat, doet zich vaker de vraag voor: wat is daarbij de rol van de controller? Zeker in organisaties die integraal management en sturen op afstand hoog in het vaandel hebben staan, gaat het erom wie verantwoordelijk is voor de toetsing van het totale raamwerk van beheersingskaders.
De auteurs zijn van mening dat dit raamwerk in beginsel zelfcontrolerend moet zijn. Dat betekent dat operational auditing steeds meer als functie krijgt mogelijke inconsequenties in dat raamwerk over het voetlicht te brengen.
Met deze publicatie leveren de auteurs een bijdrage aan de beeldvorming omtrent de rol van de controller bij deze toetsende functie in een organisatie. De opvattingen van het management inzake de invulling van de besturingsfilosofie zijn in de praktijk zeer bepalend voor de inhoud, de vormgeving en de positionering van zowel operational auditing als controlling.