Maarten is een jongen met veel vragen. Zo zou hij heel graag willen weten, waar het licht vandaan komt. Hij verzamelt alles over de zon, de sterren en de planeten. Op een avond hoort Maarten onder zijn slaapkamerraam een raar geluid. Onder het raam staat een paard, dat hem roept. Het paard zegt: 'Maarten, ik kom je ophalen. Wees niet bang, ik breng je ook weer terug. Ik zal je laten zien waar het licht vandaan komt. Dat wou je toch weten?' Maarten doet snel een trui over z'n pyjama en trekt z'n grote berensloffen aan. Hij klimt op de rug van het paard, en zo gaan ze op reis. Voor Maarten begint het avontuur van zijn leven. Hij reist met het witte paard door het land van Plutonius. Ze maken kennis met de tovenaar Merlijn, met Leon de kameleon en met Nietus de aap. Zo komen ze terecht in het Morgenland, en uiteindelijk in het Land van de Nacht... Maarten en het witte paard ontmoeten geheimzinnige wezens en trotseren grote gevaren. Beetje bij beetje komen ze meer te weten over het licht. En Maarten doet nog andere ontdekkingen. Zo hoort hij hoe mooi het begin van de wereld was. En hij begrijpt dat hij nooit meer bang hoeft te zijn. Want uiteindelijk zullen angst, leugens en verdriet voor altijd verdwijnen...