Bodemloos bestaan (vijfde druk, 2001), het eerste boek van Geertje van Egmond over problemen met geadopteerde kinderen, heeft veel losgemaakt. De problematiek is duidelijker en bespreekbaar geworden. De term geen-bodem-syndroom heeft overal ingang heeft gevonden.
Verbinding verbroken beschrijft een volgende fase, de puberjaren van adoptiedochter Isabel. Het boek bestrijkt een periode van zeven jaar, waarin Isabel opgroeit binnen en buiten het gezin. Na een behandeling in een instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie komt zij terug in het gezin. In een intensieve periode lijken de gezinsleden en Isabel naar elkaar toe te groeien. Isabel gaat naar de mavo. Dan, midden in de eindexamenperiode, komt zij op een dag niet aan op school. Langer dan een halfjaar blijft zij volslagen onvindbaar. Grootscheepse acties in en buiten Nederland leveren niets op. Deze beklemmende periode uit het leven van de familie Van Egmond wordt indringend beschreven. Politie en recherche hebben de moed opgegeven, als Geertje plotseling een ingeving krijgt.
In deze nieuwe, uitgebreide editie van Verbinding verbroken is - net als in Bodemloos bestaan - ook een theoretisch deel opgenomen. Van Egmond formuleert hierin nog eens de essentie van het geen-bodem-syndroom en draagt praktische ideeën aan voor allen die met deze handicap worden geconfronteerd. Deze inzichten kunnen ouders, leerkrachten, hulpverleners en kinderen nu en later helpen om beter te leren omgaan en leven met het geen-bodem-syndroom. Zij formuleert tevens haar visie op de beste manier waarop buitenlandse adoptie kan plaatsvinden.