Daar ik tot zang word aangespoord: Occitaanse troubadours 1100-1300
Aan het einde van de elfde eeuw werd in het zuiden van Frankrijk de moderne Europese poëzie geboren. Met William IX van Aquiotanië stond in 1071 de eerste niet-anonieme dichter op, die openhartig over de eigen gevoelens durfde zingen. Bij hem begint ons poëtisch individualisme (en humanisme). De kerk van Rome vernietigde deze culttur bij de kettervervolgingen in de dertiende en veertiende eeuw, maar toen was de invloed ervan al doorgedrongen in Italië, Noord-Frankrijk en Duitsland. De teksten van de eerste 'trobar' hebben eeuwenlang ongelezen in kloosterbibliotheken gelegen en pas de negentiende-eeuwse romantici gingen, op zoek naar hun wortels, er weer aandacht aan besteden. Zij hadden de meeste belangstelling voor een deel van de troubadourspoëzie, de op een verfijnde etiquette, de fin'amors gebaseerde liefdeslyriek. Daaroddor onstond de mythe dat de troubadours louter ethische, platonische minnezangers waren. Dat is maar een kwart van de waarheid, ze schreven ook venijnige spotliederen tegen de kerk, over verschijnselen in de feodale maatschappij enz... Het zijn juist deze 'sirventès die ons echt een kijkje bieden op de middeleeuwse samenleving.
Auteur | | Ernst van Altena |
Taal | | Nederlands |
Type | | Softcover |
Categorie | | Poëzie, Bloemlezingen & Letterkunde |