Een schijnbaarzorgeloze vakantie voert Ian Ferrier, werkzaam aan het US Ruimtebureau, naar het romantische, hartstochtelijke en vooral zonnige Spanje. Hij is een man van buitengewone intelligentie, die echter nauwelijks is opgewassen tegen de praktische werkelijkheid van een internationaal spionagekomplot waarin hij, zijns ondanks, verzeild raakt. En als zijn vriend, een bekwaam CIA-agent , laaghartig wordt vermoord, staat hij vrijwel alléén tegenover een meedogenloze organisatie. De enigen van wie hij hulp kan verwachten zijn de grillige, verblindend schone danseres Tavita en een bejaarde stierenvechter. Naarmate Ferrier dieper in de gebeurtenissen serstrikt raakt wordt hem duidelijk dat hij de sleutel in handen houdt tot een duivelse samenzwering, gericht op mord en de vernietiging van de westerse samenleving. Op dat moment is zijn rol niet langer die van jager, maar van prooi.