Op duikles leren Joets en Feri over een merkwaardig gevaar, stikstofnarcose: 'Als je te diep in het water gaat, gebeurt er iets in je hersens. je raakt in de waan dat je je apparatuur niet meer nodig hebt en gewoon kunt ademen. Je voelt je één met de zee en soms denk je zelfs dat je met de vissen kunt praten. En in het ergste geval ruk je je mondstuk uit en dan verdrink je.' Is dat echt waar? Joets en Feri kijken elkaar aan. Tss, hoe kan iemand zoiets stoms doen! Wanneer zij een tijdje later walvissen ontdekken aan de andere kant van hun eiland, varen Joets en Feri tegen alle regels in naar de dieren toe om met ze te duiken. Niet dieper dan tien meter mogen ze, maar de verleiding is te groot. Dieper en dieper gaan ze, achter de grootste walvis aan... In hun stikstofroes begint een wonderlijke reis naar de diepste zeebodem op aarde, waar geen mens ooit is geweest. En waar alles anders is dan ze zich hadden voorgesteld. Een verhaal over tijd en over vriendschap. Bijvoorbeeld met Marto, een jongen die een benauwend geheim met zich mee draagt.