Geen alcohol drinken, leven in eenvoud, geen dieren – dus ook geen muggen! – doodmaken. In dit boek legt Marian Henderson uit wat het voor haar betekent om meer dan dertig jaar boeddhist te zijn. Het boeddhisme geeft verdieping aan Hendersons leven, ook al vindt ze het soms lastig om zich aan de regels te houden. Daar komt bij dat Hendersons levenspartner een scepticus en atheïst is.

En passant geeft Henderson ook een inleiding in het boeddhisme. Zo komen de Vier Edele Waarheden en het Achtvoudige Pad aan bod. Soyal Rinpoche, de dalai lama en Thich Nhat Hanh zijn enkele van haar inspiratiebronnen; hen laat ze uitgebreid aan het woord.
Onomwonden beschrijft Marian Henderson haar worsteling. Brengt het volgen van het boeddhistisch pad haar net zoveel als het haar kost? Zal het haar lukken om op de ingeslagen Weg voort te gaan?

Een ontwapenend en helder geschreven boek.
Met een voorwoord van Erica Terpstra.

Marian Henderson schreef eerder ‘De aap op mijn rug (2003) en ‘Vlinderkind’ (2004). Ze werkte 35 jaar in de gezondheidszorg en is momenteel werkzaam als tekstschrijfster. Ze woont in Harlingen.