Kleertjes aan, Muis
Kleertjes aan, Muis
Lucy Cousins
1. Tandjes poetsen
Hemdje aan, broekje aan...
2. Trui en broek aan, muts op, sjaal om...
laarsjes aan je voetjes.
Spet, spat!
3. Mooie jurk, Muis...
Ga je dansen?
4. T-shirt aan, broek aan, laarsjes aan...
Klaar voor de boerderij
Piep!
5. Trui aan, rok aan...
Ga je spelen, Muis?
6. En nu, Muis?
7. Pyjamaatje aan...
Slaap lekker, Muis!
Dit is een uitgave van BoekStart
Geproduceerd door Uitgeverij Leopold voor Boekstart
NUR 270
Benoemen
Het aankleden is een dagelijks terugkerend ritueel, soms wel meerdere keren op
een dag. Door tijdens het aankleden te benoemen wat je doet, maak je je kindje
vertrouwd met de woorden die bij de verschillende kledingstukken horen. Ook als je
kindje zelf nog niet praat, zullen de woorden die je gebruikt in het koppie worden
opgeslagen. Na verloop van tijd zullen die woorden in verschillende ‘laatjes’ terecht
komen: broek, jurk, sokken, t-shirt bij de kledingstukken, das, sjaal, laarzen en jas
bij ‘naar buiten gaan’. Maar de kledingstukken hebben ook een kleur, er staan
bloemetjes, streepjes of stipjes op. Al die woorden krijgen betekenis als je ze
gebruikt op het moment dat het aan de orde is. Kom, we trekken je blauwe spijkerbroek aan, en je t-shirt
met rode stippen. Het is koud vandaag, dus we doen ook je rode vestje aan.
Auteur | | Lucy Cousins |
Taal | | Nederlands |
Type | | Bindwijze overig |
Categorie | |