Toon Kortooms (1916-1999), schrijver van zo'n dertig romans, verhalenbundels en kinderboeken, dook rond de jaren vijftig van de vorige eeuw in zijn jeugdherinneringen en begon te schrijven. En daarmee voltrok zich iets unieks in de Nederlandse literatuur: drie boeken over de fameuze tweeling Beekman vloeiden achter elkaar uit de pen van deze rasverteller. Het eerste deel, 'Jeugdland', geschreven in 1949, gaat over de jeugd van Heintje en Matje Beekman en hun onafscheidelijke vriend, de boerenzoon Hendrik van Ham. Het werd direct een daverend succes. In 1950 volgden deel twee, 'Het internaat', waarin de broertjes Beekman naar kostschool gaan, en deel drie, 'De mannen Beekman', waarin de oorlog uitbreekt en de Beekmannen samen met Hendrik voor het vaderland vechten.
Het duurde niet lang of de drie afzonderlijke verhalen werden bijeengebracht in één band: 'Beekman en Beekman'. Miljoenen lezers grepen ernaar, genoten ervan en vertelden er anderen over, en zodoende werd deze trilogie - vaak een klassieker van de humor genoemd - Kortooms' bekendste en meest geliefde werk. Inmiddels zijn er meer dan twee miljoen exemplaren van de drukpers gerold, waarmee de trilogie tot de meest verkochte boeken in de Nederlandse literatuur behoort.