In ‘De geluksvogels’ van Julianne Pachico verschuilt een tiener zich in haar ouderlijk huis totdat er op de deur gebonkt wordt. Haar docent wordt gekidnapt door guerrillastrijders en geeft les over Shakespeare aan een klas met stokken, bladeren en stenen in de jungle. Of het nou in de jungle is, in de drugs, of in de surrealiteit van extreme welvaart waar mensen leeuwen als huisdieren houden: mensen van wie je houdt kunnen op elk moment verdwijnen – er kan op elk moment bij jou aangeklopt worden. ‘De geluksvogels’ speelt zich af tussen de meest gewelddadige jaren van de lange Colombiaanse burgeroorlog. Pachico schrijft met de realistische pen van een ooggetuige, maar de situaties doen hallucinerend aan.