Fabels
Voor de Grieken en Romeinen gold eeuwenlang Aesopus als de uitvinder van de fabel, een genre dat nauwelijks als literatuur werd beschouwd. Langdurig werden fabels in bundels overgeleverd om te dienen als voorbeeld voor retorische oefeningen in het onderwijs of als naslagwerk voor hen die wel eens een volkswijsheid in hun betoog wilden verwerken.Pas in de eerste eeuw na Christus heeft Phaedrus, een vrijgelaten slaaf uit de staf van keizer Augustus, zich geroepen gevoeld fabelstof in een literaire vorm te verwerken. Op basis van bestaande verzamelingen herdichtte hij fabels in zesvoetige jambische verzen, die aanvankelijk met de nodige scepsis werden ontvangen; de gevestigde literatuur vond het niveau van de stof blijkbaar niet hoog genoeg. Phaedrus klaagt herhaaldelijk over het geringe enthousiasme waarmee de kritiek op zijn werk reageert. Het feit dat hij conflicten heeft gehad met Sejanus, de invloedrijkste man in Rome tijdens keizer Tiberius, heeft daarbij zeker een rol gespeeld. De waardering voor Phaedrus lijkt te zijn toegenomen toen Sejanus uit de weg was geruimd. Phaedrus werd al snel door Babrios in het Grieks nagevolgd. Zij hebben ervoor gezorgd dat de fabel voortaan als literair genre werd geaccepteerd.De Aesopische fabels raakten in de Middeleeuwen over heel Europa verspreid en zijn sindsdien niet meer weg te denken uit onze cultuur, van de fabels van La Fontaine uit de zeventiende eeuw tot De Fabeltjeskrant uit onze eigen tijd. In deze nieuwe uitgave zijn de fabels van Phaedrus prachtig en speels vertaald in berijmde zesvoetige jamben: een uiterst vermakelijk en zelfs een beetje leerzaam boek.John Nagelkerken (1945 ) vertaalde eerder de Elegieën van Tibullus en de Amores van Ovidius voor de reeks Ambo Klassiek.
Auteur | | Caius J. Phaedrus |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Literatuur & Romans |