MERIJNTJE GIJZENS JEUGD, A.M. de Jong

Merijntje Gijzen is uitgegroeid tot een van de populairste figuren in de Nederlandse literatuur. Het argeloze en vrome Brabantse jongetje wordt telkens verleid tot allerlei kattenkwaad. In Het varraad, het eerste deel
van de beroemde cyclus Merijntje Gijzens jeugd, sluit Merijntje vriendschap met 'de Kruik', een ruwe stroper. Dan volgen de delen Flierefluiters oponthoud, Onnozele kinderen en In de draaikolk.De vier delen spelen zich af op het Brabantse platteland, met als belangrijkste figuren het oud pastoorke, Fliierefluiter,blozekriekske en Fons, en eindigt met de verhuizing van de familie Gijzen naar Rotterdam,waar de deur achter Merijntjes jeugd definitief in het slot zal vallen.

A.M. de Jong (1888-1943) werd geboren in het Brabantse Nieuw-Vossemeer, de omgeving waarin Merijntje Gijzens jeugd zich afspeelt. Hij verhuisde vroeg naar Rotterdam , waarna hij onderwijzer werd in Delft, en was onder andere kunstredacteur bij Het Volk en literair medewerker bij de Vara.De twee cyclussen Merijntje Gijzens jonge jaren (1935-1938) als ook zijn kinderverhalen over Bulletje en Bonestaak zijn talloze malen herdrukt. De jong liet een omvangrijke romanoeuvre na toen hij in 1943 door nederlandse sluipmoordenaars van de SS werd vermoord.