In de zomer van 1908 stopt er voor hotel 'Duin en Daal' in Bloemendaal een landauer, zo'n koets waarvan bij mooi weer de kap kan worden opgeslagen. Wie is het meisje dat er samen met haar ouders uitstapt? Een meisje dat geheime brieven schrijft en ze ondertekent met 'Uwe E'. Aan wie dit ooit leest, staat er boven de eerste. En onder de laatste: Wie zal ooit weten wie E is? Deze brieven komen terecht bij Simone Schell. Sommige ervan zijn zo verbleekt dat ze bijna onleesbaar zijn, andere zien er uit alsof ze in vlammen hebben gelegen. Het is een wonderlijk stapeltje dat voor haar ligt. Simone Schell leest en herleest ze om erachter te komen wie E is, en geeft haar een naam: Emilie. Wat overkwam haar die zomer in dat hotel? De brieven zijn als een spannende puzzel geworden, in welke volgorde moeten ze worden gelegd? Het verhaal over Emilie en haar brieven komt tot leven. Het is de geschiedenis van een eerste liefde, in een tijd waarin je zoiets maar beter voor jezelf kunt houden. je ziet