Zwarte Weduwe Geb.
Paul Biegel op de website van Holland: www.uitgeverijholland.nl
In een woeste wildernis van dennen, kreupelhout en rotsige stenen heeft de Zwarte Weduwe haar geheimzinnige slot opgetrokken. Niemand weet dat, behalve Bullebak de waard van de herberg. Kalkoen zijn vrouw en Egbert het Jungske weten ook van niets.
Op een avond na sluitingstijd meldt zich onverwacht, met hard gebons, een vreemdeling. Hij wil een kamer en gauw. Een kamer, dat is in geen jaren gebeurd. Snel wordt een stoffige kamer in gereedheid gebracht.
De volgende dag wil de vreemdeling jagen en Jungske moet mee om geweren, tassen met kogels en buit te dragen. Prachtig vindt hij het, samen met de vreemdeling te sluipen, spieden en wachten, doodstil, en dan plotseling de knal van het geweer.
Vlak voor de vreemdeling afreist en al bijna de deur achter zich dichttrekt, zegt hij dat hij terug zal komen. En niet alleen, maar met z'n elven. Kalkoen kan haar oren bijna niet geloven. Met z'n elven, daar valt wat aan te verdienen. De hele herberg wordt met bezemen gekeerd. En Jungske moet sjouwen met bedden, matrassen, lakens, dekens, kannen en po's.
Als de jagers een week later arriveren, beleeft de herberg gouden tijden, want de gasten zijn gul en gulzig. Maar Bullebak beziet het allemaal met sombere blik, hij houdt er niet van dat mensen in de wildernis ronddwalen. En als dan op een avond blijkt dat de jagers zijn uitgenodigd voor een feest op het kasteel van de Zwarte Weduwe, trekt hij wit weg van schrik.
Waarom schrikt de waard, wat weet hij? Wie is die beeldschone Zwarte Weduwe en wat voor rol speelt de vreemdeling eigenlijk?
Egbert het Jungske zal de strijd moeten beslissen, maar wat begint een onschuldige jongen tegen een arglistige kasteelvrouw?
In een woeste wildernis van dennen, kreupelhout en rotsige stenen heeft de Zwarte Weduwe haar geheimzinnige slot opgetrokken. Niemand weet dat, behalve Bullebak de waard van de herberg. Kalkoen zijn vrouw en Egbert het Jungske weten ook van niets.
Op een avond na sluitingstijd meldt zich onverwacht, met hard gebons, een vreemdeling. Hij wil een kamer en gauw. Een kamer, dat is in geen jaren gebeurd. Snel wordt een stoffige kamer in gereedheid gebracht.
De volgende dag wil de vreemdeling jagen en Jungske moet mee om geweren, tassen met kogels en buit te dragen. Prachtig vindt hij het, samen met de vreemdeling te sluipen, spieden en wachten, doodstil, en dan plotseling de knal van het geweer.
Vlak voor de vreemdeling afreist en al bijna de deur achter zich dichttrekt, zegt hij dat hij terug zal komen. En niet alleen, maar met z'n elven. Kalkoen kan haar oren bijna niet geloven. Met z'n elven, daar valt wat aan te verdienen. De hele herberg wordt met bezemen gekeerd. En Jungske moet sjouwen met bedden, matrassen, lakens, dekens, kannen en po's.
Als de jagers een week later arriveren, beleeft de herberg gouden tijden, want de gasten zijn gul en gulzig. Maar Bullebak beziet het allemaal met sombere blik, hij houdt er niet van dat mensen in de wildernis ronddwalen. En als dan op een avond blijkt dat de jagers zijn uitgenodigd voor een feest op het kasteel van de Zwarte Weduwe, trekt hij wit weg van schrik.
Waarom schrikt de waard, wat weet hij? Wie is die beeldschone Zwarte Weduwe en wat voor rol speelt de vreemdeling eigenlijk?
Egbert het Jungske zal de strijd moeten beslissen, maar wat begint een onschuldige jongen tegen een arglistige kasteelvrouw?
Auteur | | Paul Biegel |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Young Adult |