Als je werkt met mensen, met kinderen, moet je dat op een doordachte wijze doen. Je moet je bewust zijn van je doen en laten. Het werken volgens een methode in goed overleg met anderen is daarbij heel belangrijk. Juist omdat je met unieke, autonome en kwetsbare mensen werkt, zoals mensen met een handicap. In dit werk heb je ook steeds te maken met anderen: huisgenoten, collega's en groepsgenoten. Dat geeft mogelijkheden en uitdagingen, maar stelt ook grenzen. Als sociaal-agogisch werker weet je hoe je daarop kunt inspelen en de cliënt kunt ondersteunen. Mensen die met gedetineerden of asielzoekers werken, of met kinderen in het basisonderwijs, in de kinderopvang of met welke doelgroep dan ook, moeten dat op een deskundige wijze doen. Dat betekent planmatig werken, richting geven aan je handelen. Dat maakt de omgang met de cliënten effectief. Het boek werken met begeleidingsplannen ondersteunt dit proces.