Aan de hand van dit boek gaan studenten aan de slag met het kijken naar zichzelf. Ze leren zichzelf kennen door middel van theorie en veel verschillende opdrachten. Dit vormt de basis voor kwaliteitsverbetering van het eigen handelen. De doelen die door middel van het boek bereikt worden, zijn vooral reactieve en interactieve doelen. Dat betekent dat een student vooral in zijn of haar gedrag kan laten zien dat hij of zij adequaat reageert op situaties in het werk. Ieder hoofdstuk begint met leerdoelen. Het boek bevat 48 opdrachten. Een voorbeeld van een opdracht is: 'Bespreek in kleine groepjes vormen van ''schending van privacy''. Bedenk dat wat voor de één een schending is, dat voor de ander nog niet hoeft te zijn.' of 'Elk contact is anders, omdat ieder uniek is, een eigen eigenheid heeft. Vergelijk jezelf eens met iemand anders: een klasgenoot, een zus of broer, een vriendin. Waar zitten de verschillen in ieders eigenheid?'