Brussel ligt in het hart van Europa, heeft prachtige monumenten, interessante musea, een uitstekende keuken en de bevolking is uiterst sympathiek. Toch leidt de stad een schijnbestaan onder de Europese metropolen. Telkens weer wordt de vergelijking met Parijs gemaakt wanneer het om de kwaliteit van de Belgische hoofdstad gaat. Parijs zou de grote zus zijn, het origineel, waarvan Brussel slechts een afgietsel is. Het klopt dat beide steden een overeenkomstige sfeer hebben. De smoezelige hotels en kleine bistro's, de mondaine straten, de luxueuze winkelgalerijen, het gonzende autoverkeer, het zijn ongetwijfeld allemaal vergelijkingspunten. Maar Brussel heeft enkele voordelen: het is overzichtelijker, rustiger en hartelijker dan de grote zus aan de Seine. En ondanks de negatieve gevolgen van het feit dat Brussel tot Zetel van de Europese Unie is uitgeroepen, heeft deze kosmopolitische kick Brussel ook heel goed gedaan. Want Brussel is de meest Europese stad van Europa geworden en deze ontwikkeling zet zich verder door. Meer dan 25% van de inwoners van de stad zijn buitenlanders. Engelsen, Grieken, Spanjaarden, Portugezen, Denen, Fransen, Ieren, Luxemburgers, Italianen, Nederlanders en Duitsers zijn niet alleen toeristen in Brussel, zij leven en werken er, evenals vele andere nationaliteiten.