Wat geeft het 'joodse denken' op het einde van het tweede millennium aan christenen te denken? Voor het antwoord op deze vraag gaan de auteurs uit van de joodse worsteling met het trauma van het kwaad. De ethiek speelt in het jodendom een beslissende rol. Niet de vraag 'Wat is zijn?' (zoals in het Griekse denken), maar 'Wat staat mij te doen?' is de grondvraag van het joodse denken. Door de ethiek van rechtvaardigheid en barmhartigheid heen voltrekt zich - zo tonen de auteurs in dit boek aan - zelfs de meest intieme omgang met God. De confrontatie met vooraanstaande joodse denkers als Rosenzweig, Buber, Rubenstein, Levinas en Fackenheim maakt dit soort centrale joodse inzichten voor de mens van vandaag toegankelijk. Deze dialoog met het joodse denken daagt het christendom tevens uit opnieuw aan te knopen bij de oorspronkelijke ethische boodschap van de bijbel. Dit zonder het christelijk geloof tot ethiek te herleiden.