Tot in de peilloze diepte van God
In de 13de eeuw deed de vrouwelijke minnemystiek haar intrede in de Nederlandse literatuur, met Hadewych en Beatrijs van Nazareth. Het werk van Alijt Bake (1415-1455) uit Utrecht is minder bekend. Ze werd priorin van het Windesheimse vrouwenklooster Galilea in Gent. Haar autobiografische geschrift is als het ware een voortzetting van het werk van Hadewych. Alijt Bake beschrijft hierin de moeilijke weg die zij moest gaan om met God verenigd te worden. Als geestelijke leidster stuitte ze op weerstand binnen het kapittel van Windesheim. Vanuit haar gedwongen ballingschap schreef ze ten slotte een brief waarin ze de keuze voor haar geestelijke weg verdedigt. Dit boek bevat vertalingen in modem Nederlands van Marinus van den Berg. In een inleiding van dr. Rudolf van Dijk wordt op verhelderende wijze beschreven welke wegen een mystica moest gaan en hoe deze wegen samenkomen met het leven en lijden van Jezus. Het boek geeft inzicht in de religieuze ontwikkeling van Alijt Bake, maar kan tevens dienen als inwijding in de 14de- en 15de-eeuwse mystiek in de Nederlanden.
Auteur | | Bake |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Religie, Spiritualiteit & Filosofie |