Spreken over God is in onze tijd niet langer vanzelfsprekend. De betekenis van uitspraken over God is voor velen onduidelijk en hun waarheid wordt betwijfeld of ontkend. Tegen die achtergrond is de grote belangstelling voor de metafoor verklaarbaar. Een metafoor legt God immers niet vast in een begrip, maar laat ruimte voor associatie en interpretatie. Zou God, die onze kennis en begrip te boven gaat, wellicht met behulp van metaforen opnieuw ter sprake kunnen komen? Ook de Duitse theoloog Eberhard Jungel (geboren 1934) heeft grote aandacht voor de metafoor. Die aandacht komt bij hem echter niet voort uit de gedachte dat God ons kennen en denken te boven gaat, maar uit het geloof dat God zichzelf te kennen (en te denken) heeft gegeven in zijn openbaring. Openbaring en metafoor vormen in Jungels denken dan ook geen tegenstelling, maar zijn onlosmakelijk verbonden. Jungel spreekt in dat kader van 'metaforische waarheid'. De auteur gaat na welke betekenis de uitdrukking 'metaforische waarheid' bij Jungel heeft. Welk metafoorbegrip hanteert Jungel? Waarin schuilt volgens Jungel het theologisch belang van de metafoor? Hoe verhoudt de 'metaforische waarheid' van Gods openbaring zich tot historische gebeurtenissen? En hoe (s)preekt Jungel uiteindelijk zelf over God? In dit boek wordt de heel eigen en eigenzinnige positie geschetst die Jungel in de actuele vragen rond het spreken over God inneemt. Doordat daarbij steeds een verbinding met het geheel van Jungels theologie wordt gelegd, biedt deze studie tevens een goede introductie op diens denken. Dr. J.M. de Klerk (1964) was werkzaam als predikant te Warmond. Daarna doceerde hij Oude Testament aan de Sekolah Tinggi Teologia Indonesia Timur (Makassar, Indonesie). Na terugkeer in Nederland werkte hij als gemeenteadviseur voor Kerk in Actie. Sinds september 2010 is hij als predikant verbonden aan de Kievietkerk te Wassenaar.