In dit boek wordt de aandacht gevestigd op twee in vergetelheid geraakte functies van het getal in de bijbelse oudheid.

De auteur laat met veel sprekende voorbeelden zien welke belangrijke rol het getal in de wereld van de Bijbel speelde. Naast de getallen die alom bekend zijn om hun symbolische waarde, gaat het vooral om het gebruik van de getallen 17 en z6, die de getalswaarde van de 'Godsnaam JHWH vertegenwoordigen. Deze twee getallen lopen als een rode draad door de meeste bijbelse geschriften. Krachtens hun symboliek verdiepen ze de tekst en helpen de boodschap vertellen, die de bijbelse schrijvers willen overbrengen.

Door zijn bijbelonderzoek van de afgelopen tien jaar is de auteur, mede op basis van het werk van enkele pioniers op dit gebied tot de conclusie gekomen dat de bijbelse geschriften getalscomposities zijn. Voor wat de Hebreeuwse Bijbel betreft bevestigt dit onderzoek een uit de middeleeuwen bekende joodse traditie, dat die Godsnaam JHWH in de schrift geweven is als in een stuk materiaal.