Dit boek verhaalt van het bruisende regionale handelscentrum dat Groningen eens was en de studentenstad die het werd.

De eeuw was een tijdvak met uitersten. Een oorlog en perioden met ernstige werkloosheid staan naast de culturele bloei, de stadsuitbreidingen en de grote welvaartsvermeerdering. Maar ook veel bleef ongewijzigd: de sterke bindingen tussen stad en omgeving, de bemoeienissen van het stadsbestuur met het stedelijk leven, het belang van economie, onderwijs, cultuur en vermaak.




Jan van der Baan (voorzijde omslag) schilderde in 1957 het blijvende en het veranderende aan de Grote Markt: op een door de oorlog kaalgeslagen plek verrijst een nieuw en modern bankgebouw. De Grote Markt is als trefpunt van stedelijk leven, met het verkeer, de winkels, de terrassen en caf s.


Het is het centrum van een betrokken stad, waar heden, verleden en toekomst zich samenballen. Plannen, zoals die van H.P. Berlage uit 1928-1932 (achterzijde omslag), riepen voortdurend debatten en emoties op.





Over het recente verleden van de stad Groningen zijn veel publicaties verschenen die een buurt, een bedrijf, een vereniging of een ander aspect tot onderwerp hebben. Een samenvattend historisch overzicht van de stad over de afgelopen honderd jaar ontbrak.


Burgemeester Hans Ouwerkerk, zelf van huis uit historicus, gaf de aanzet tot dit boek. Op zijn initiatief zette het gemeentebestuur in 1998 vier auteurs aan het werk.


Ze kregen de opdracht een toegankelijke en wetenschappelijk verantwoorde tekst te schrijven. Daarom maakten ze gebruik van de beschikbare literatuur en raadpleegden intensief ook archieven en kranten.





In dit boek wordt de ontwikkeling van Groningen met veel nieuwe gegevens beschreven en voorzien van uitspraken van tijdgenoten en achtergrondinformatie over de stad en de Stadjers gepresenteerd.