De provincie Drenthe roept bij mensen heel verschillende beelden op. Voor sommigen is het een gebied waar je nog in alle rust kunt fietsen en waar je van de natuur kunt genieten. Een gebied waar veel mensen na hun werkzame leven graag zouden willen gaan wonen. Voor anderen is het daarentegen een deel van de Nederlandse economische periferie. Een gebied waar het economisch niet goed gaat, waar om maar iets te noemen de werkloosheid hoog is en de inkomens laag zijn. Een gebied waar de economische dynamiek heel beperkt is. Een gebied waar traditionele activiteiten domineren, waardoor er nauwelijks een toekomst zou zijn weggelegd voor de beter opgeleide jongeren. De voor hen aantrekkelijke banen zitten immers allemaal in het Westen van ons land? Kortom: een gebied met dermate grote achterstanden dat het nu al tientallen jaren, overigens zonder veel succes, op steun van de nationale overheid mag rekenen.

Maar hoe realistisch is dit beeld over de Drentse economie? Zijn die achterstanden nog altijd zo groot of is het beeld van veel mensen sterk gebaseerd op de situatie uit een tamelijk ver verleden? Is er echt sprake van weinig dynamiek? Domineren traditionele sectoren echt de Drentse economie van vandaag de dag?

Dit boek geeft een gedetailleerd overzicht van de ontwikkelingen die zich in de Drentse economie na 1945 hebben voorgedaan. Dat was een ontwikkeling van een binnen Nederland hopeloos achterblijvende provincie naar een heel ÔgewoneÕ provincie. Een provincie met zeker ook perspectief.