Dit boek richt zich op hen die beroepsmatig met het hoger onderwijs te maken hebben, in het bijzonder docenten. Met het presenteren van een overzicht van hetgeen de onderwijskunde te bieden heeft voor het hoger onderwijs, beogen de auteurs een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het hoger onderwijs. Een kwaliteit die wordt afgemeten aan het uiteindelijke doel: het realiseren van een optimale leeromgeving.
In dit boek wordt de student als uitgangspunt voor het handelen van docenten genomen. Docenten zijn ontwerpers van consistente leeromgevingen waarin studenten optimaal gestimuleerd worden zelfstandig te leren. Onderwijs wordt benaderd vanuit de gewenste leeractiviteiten van studenten. Wat wordt van hen aan activiteiten verwacht tijdens een hoorcollege, een werkcollege of een practicum? En welke handelingen van docenten dragen bij aan die beoogde leeractiviteiten en daarmee ook aan het leerresultaat?

Door de gerichtheid op de vele aspecten van docentschap beoogt dit boek docenten een basis te geven om handelingsbekwaam aan de start te verschijnen en zich vervolgens verder te professionaliseren. Docenten die met dit boek gaan werken, krijgen niet alleen kennis aangereikt over alle aspecten van het docentschap, maar treffen ook vele handelingssuggesties en instrumenten aan.

Dit handboek bevat vele cases van praktijksituaties uit verschillende sectoren van zowel het hoger beroepsonderwijs als het wetenschappelijk onderwijs. Geannoteerde literatuur en een uitgebreid register beogen de bruikbaarheid en toegankelijkheid van het boek verder te vergroten.
2e druk