Nieuwe deelgenoten in de wetenschap
In 1871 schreef Aletta H. Jacobs zich in aan de Groningse universiteit om geneeskunde te aan studeren. Haar zuster Charlotte begon zes jaar later aan de studie farmacie. Zij waren de eerste vrouwelijke studenten in Nederland. Inge de Wilde beschrijft in dit boek hun studietijd en die van de generaties Groningse studentes tot 1914. De vrouwelijke studenten waren aan de vooruitstrevende Groningse universiteit welkom als 'nieuwe deelgenoten in de wetenschap' zoals Rector Magnificus Rosenstein het in 1871 formuleerde. Tegenstand ondervonden zij nauwelijks. Tot 1912 was de Groningse universiteit de enige Nederlandse instelling van de hoger onderwijs die colleges in de moderne talen verzorgde. Veel vrouwelijke studenten volgden deze colleges ter voorbereiding op een Middelbare Onderwijs (MO-) akte Frans, Duits of Engels. De grote aantallen vrouwelijke studenten in de Letterenfaculteit (in 1908 overtroffen zij zelfs het aantal mannelijke studenten) waren voor de Groningse hoogleraar Gerard Heymans mede aanleiding Psychologie der Vrouwen (1910) te schrijven, dat door Inge de Wilde wordt geanalyseerd. Zij besteedt ook aandacht aan de oprichting in 1898 van 'Magna Pete', de eerste vrouwelijke studentenvereniging in Nederland. De Groningse universiteit kende nog een andere 'primeur': de benoeming in 1907 van Marie Loke als eerste vrouwelijke universitaire docent. Biografische schetsen van haar en van de eerste vrouwelijke hoogleraar in Groningen, Jantina Tammes, completeren dit afwisselende boek. Het is het eerste in Nederland waarin het wel en wee van de eerste generaties vrouwen aan een specifieke universiteit wordt beschreven.
Auteur | | I. De Wilde |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Geschiedenis |