In een psychoanalytische psychotherapie kunnen therapeut en patiënt tegen verschillende grenzen aanlopen. Deze grenzen kunnen terug te voeren zijn op de persoon van de patiënt of de psychotherapeut of te maken hebben met hun onderlinge relatie. De psychotherapeut dient zich bewust te zijn van deze grenzen ten behoeve van de kwaliteit van de therapie. Grensoverschrijdend gedrag van de zijde van de therapeut en de patiënt kan de therapeutische relatie in gevaar brengen. De Nederlandse Vereniging voor Psychoanalytische Psychotherapie organiseerde een drukbezochte studiedag over dit thema. De bijdragen aan deze dag vinden we in bewerkte vorm in dit boek. Zo komen het door Freud geïntroduceerde begip neutraliteit en de abstinentieregel aan de orde. Beschreven wordt hoe patiënten door onvoldoende vermogen tot introspectie en reflectie of door een gebrekkige tolerantie voor frustratie en angst niet in staat zijn van een therapie te profiteren. En hoe bouw je als psychotherapeut een goede werk