Kees van Dongen
Delfshaven 1877 - Monaco 1968
Kees van Dongen is stellig de kleurrijkste en meest tot de verbeelding sprekende figuur van de Hollandse schilders uit de 20ste eeuw. Geboren in 1877 in Delfshaven, volgde hij de teken- en schildersopleiding aan de Rotterdamse academie, maar al op 19-jarige leeftijd was hij uitgekeken op de stad van de 'havenbaronnen' en voelde hij zich onweerstaanbaar aangetrokken tot de stad waar 'het allemaal gebeurde': Parijs. Hij trok er met een enkele-reis-treinkaartje naar toe en probeerde er aan de slag te komen. Dat lukte met moeite; soms verdiende hij wat als tekenaar van illustraties voor de vele satyrische blaadjes die er floreerden. Hij moest regelmatig terug naar huis om eten of geld te bietsen. In 1901 vestigde hij echter voorgoed zijn naam met een meesterlijk 'beeldverhaal' waarmee hij een complete aflevering van het tijdschrift L'Assiette au Beurre vulde. In de arme kunstenaarswijk Montmartre kwam hij in contact met Picasso, De Vlaminck, Dérain, Modigliani, Utrillo en de vele anderen, en al direct werd hij meegezogen in het doldrieste avontuur van het fauvisme, de kunststroming die alle academische wetten en tradities in één keer van zich afschudde. Licht, kleur en expressie waren de essenties van de wilde en woeste schilderijen die de fauvisten in het eerste decennium van de 20ste eeuw maakten, en zij vestigden er voor eeuwig hun reputatie mee. Van Dongen zocht zijn onderwerpen in de onstuimige nachtcafés, bij zwoele, sensuele modellen, in de kleurrijke wereld van circus en varíété en in de exotische oriënt: hij maakte reizen door Noord-Afrika, Spanje en Italië. Na zijn grote en succesvolle tentoonstellingen in Parijs volgde een tweede glorieperiode, in de jaren twintig, toen hij een alom gevierd portrettist van de rijken en de society werd. Hij woonde in een imposante villa, waar hij een eigen 'showroom' en diverse ateliers had. Daar was ook ruimte voor de scandaleuze feesten en verkleedpartijen die hij organiseerde. Iedereen in Frankrijk die iets betekende, maar ook vele buitenlandse VIPs vonden dat zij niet meetelden als zij niet door Van Dongen geportretteerd waren of op zijn minst een van zijn feesten hadden bijgewoond. Hij werd benoemd in het Légion d'Honneur en werd Frans staatsburger. Later verhuisde hij naar Monaco, waar hij zijn vorstelijke staat, ook in de moeilijke crisisjaren, probeerde voort te zetten. In de loop van Van Dongens carrière is hij altijd geïnteresseerd geweest in de grafische technieken. Al kort voor 1920 was hij een van de eerste kunstenaars die een pracht-editie van Duizend-en-eén-nacht op een gewaagde, maar ook artistiek zeer hoogstaande wijze, met behulp van de pochoir-tehniek, illustreerde. Later ontstonden vele litho's, etsen en geïllustreerde boeken, die een belangrijk onderdeel van zijn oeuvre vormen. Deze uitgave brengt dit fascinerende aspect van Van Dongens talent zo respectvol en volledig mogelijk in beeld.
Kees van Dongen is stellig de kleurrijkste en meest tot de verbeelding sprekende figuur van de Hollandse schilders uit de 20ste eeuw. Geboren in 1877 in Delfshaven, volgde hij de teken- en schildersopleiding aan de Rotterdamse academie, maar al op 19-jarige leeftijd was hij uitgekeken op de stad van de 'havenbaronnen' en voelde hij zich onweerstaanbaar aangetrokken tot de stad waar 'het allemaal gebeurde': Parijs. Hij trok er met een enkele-reis-treinkaartje naar toe en probeerde er aan de slag te komen. Dat lukte met moeite; soms verdiende hij wat als tekenaar van illustraties voor de vele satyrische blaadjes die er floreerden. Hij moest regelmatig terug naar huis om eten of geld te bietsen. In 1901 vestigde hij echter voorgoed zijn naam met een meesterlijk 'beeldverhaal' waarmee hij een complete aflevering van het tijdschrift L'Assiette au Beurre vulde. In de arme kunstenaarswijk Montmartre kwam hij in contact met Picasso, De Vlaminck, Dérain, Modigliani, Utrillo en de vele anderen, en al direct werd hij meegezogen in het doldrieste avontuur van het fauvisme, de kunststroming die alle academische wetten en tradities in één keer van zich afschudde. Licht, kleur en expressie waren de essenties van de wilde en woeste schilderijen die de fauvisten in het eerste decennium van de 20ste eeuw maakten, en zij vestigden er voor eeuwig hun reputatie mee. Van Dongen zocht zijn onderwerpen in de onstuimige nachtcafés, bij zwoele, sensuele modellen, in de kleurrijke wereld van circus en varíété en in de exotische oriënt: hij maakte reizen door Noord-Afrika, Spanje en Italië. Na zijn grote en succesvolle tentoonstellingen in Parijs volgde een tweede glorieperiode, in de jaren twintig, toen hij een alom gevierd portrettist van de rijken en de society werd. Hij woonde in een imposante villa, waar hij een eigen 'showroom' en diverse ateliers had. Daar was ook ruimte voor de scandaleuze feesten en verkleedpartijen die hij organiseerde. Iedereen in Frankrijk die iets betekende, maar ook vele buitenlandse VIPs vonden dat zij niet meetelden als zij niet door Van Dongen geportretteerd waren of op zijn minst een van zijn feesten hadden bijgewoond. Hij werd benoemd in het Légion d'Honneur en werd Frans staatsburger. Later verhuisde hij naar Monaco, waar hij zijn vorstelijke staat, ook in de moeilijke crisisjaren, probeerde voort te zetten. In de loop van Van Dongens carrière is hij altijd geïnteresseerd geweest in de grafische technieken. Al kort voor 1920 was hij een van de eerste kunstenaars die een pracht-editie van Duizend-en-eén-nacht op een gewaagde, maar ook artistiek zeer hoogstaande wijze, met behulp van de pochoir-tehniek, illustreerde. Later ontstonden vele litho's, etsen en geïllustreerde boeken, die een belangrijk onderdeel van zijn oeuvre vormen. Deze uitgave brengt dit fascinerende aspect van Van Dongens talent zo respectvol en volledig mogelijk in beeld.
Auteur | | Jan Juffermans |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Kunst & Fotografie |