Twaalf jaar geleden werd Daniel Ford veroordeeld voor de moord op Nathan Verney, zijn beste vriend. Nu heeft hij nog zesendertig dagen te leven voordat zijn executie wordt voltrokken. Zesendertig dagen onder het meedogenloze regime van de gevangenbewaarders, terwijl alle juridische ontsnappingswegen zijn afgesloten. Tijdens zijn laatste weken krijgt Daniel gezelschap van de geestelijke John Rousseau. Aan hem vertelt Daniel nog één keer hoe het allemaal zover heeft kunnen komen. Het is een verhaal van vriendschap en verraad. De vriendschap tussen de blanke Daniel en de zwarte Nathan, in een land dat verscheurd wordt door rassentegenstellingen en oorlog. Hun vriendschap houdt lang stand, ondanks de grote verschillen tussen hen. Maar geleidelijk neemt de onderlinge spanning toe. Dan breekt die fatale dag in 1970 aan, de dag waarop Nathan wordt vermoord.