Timothy Knab, een jonge antropoloog en docent aan de universiteit van Mexico, raakt gedurende zijn onderzoek steeds meer betrokken bij het wel en wee van de Indianen in de Mexicaanse Sierra. Rubía en Don Inocente, twee invloedrijke magiërs, maken hem langzaam maar zeker deelgenoot van hun geneeswijzen. Rubïa wijdt Knab in in de Talocan, de schimmemwereld waar de goden en de overleden zielen nog steeds regeren en zo ondervindt hij dat de religie van de oude Azteken nog springlevend is. Knab leert de geheime rituelen van de Azteken waardoor hij de Talocan via zijn dromen kan verkennen en hij leert zijn dromen aan te wenden om mensen te genezen. Maar na verloop van tijd komt Knab erachter dat er onder het schijnbaar gewone, vredige leven een duisterse wereld van zwarte magie schuilgaat waarin vijandige krachten elkaar naar het leven staan. Tijdens zijn rituele verkenningen in de Talocan wordt hij door de ziel van een overleden Indiaan op het spoor gezet van ingrijpende gebeurtenissen die