Cor Bruijn is zijn hele leven lang geboeid geworden door het leven in de ruimte, omdat hij zelf opgroeide – naar hij vertelt in zijn jeugdherinneringen -,,in de vlakte". Geen wonder dus dat hij direct bij zijn eerste bezoek aan Terschelling in 1927 werd gefascineerd door dit prachtige eiland, waarvan de bevolking toen nog vrij geïsoleerd leefde. Tijdens langdurige bezoeken, ook in het najaar en de winter, groeide het persoonlijke contact en ontstonden hechte vriendschappen. Hij hoorde 's winters bij de plattebuiskachel zoveel interessante verhalen, dat het niet kon uitblijven dat zijn pen hierdoor in beweging kwam. Zo ontstonden twee romans die zijn naam beroemd maakten en door honderdduizenden lezers letterlijk werden verslonden: ,,Sil de strandjutter" en ,,Arjen", die beide op het eiland spelen. Arjen is de oudste zoon van een boerenweduwe. Hij is een echte vrijbuiter en voelt niets voor het geregelde leven op de boerderij. Hij leert Japke kennen en zweert haar trouw, maar zijn hart klopt sneller als Jiltje, het famke van zijn broer, in de buurt is.

Als zijn moeder hem tot de orde roept, besluit hij iedereen en alles de rug toe te keren en naar zee te gaan. Maar tijdens een vliegende storm, die hij in een hut op strand doorbrengt, komt hij tot inkeer.

Hoe Japke en Arjen elkaar tenslotte gelukkig in de armen sluiten, vertelt Cor Bruijn u op zijn onnavolgbare manier.