Ze vragen erom
Tijdens een periode van betrekkelijke rust verdiepen Erik Jager en zijn mannen zich weer eens in één van de onopgeloste zaken. En wat komt meer in aanmerking dan de al vier jaar oude ziekenhuismoord; een dramatische en ongewone zaak die in Castellum veel opzien had gebaard - het slachtoffer was nog een meisje-en al snel een legendarisch karakter kreeg. De rust wordt echter wreed verstoord door de melding van de vondst van een lijk in een kledingzak. Het onderzoek naar wat een moord blijkt te zijn op de antiekhandelaar Ton Slettenhaar, voert de rechercheurs De Griep en Herstal naar Rotterdam waarzij kennismaken met twee automonteurs. Zij hebben in nauwe relatie gestaan met de vermoorde die niet de rustige antiekhandelaar was die hij leek te zijn ...
Dit is de aanzet voor de tweede politieroman van A. Lourens-Koop die in 1975 succesvol debuteerde met Ze kunnen het niet falen (Zwart Beertje 1661). Het werd enthousiast ontvangen door publiek en pers. Amersfoortse Courant: `...zij is in staat een spannend en menselijk speurdersverhaal te schrijven dat, wat de sobere stijl betreft, veel overeenkomst vertoont met het werk van het briljante Zweedse misdaadduo Sjëvvall & Het Vrije Volk: 'De sfeer uit het politiebureau komt zeer reëel over en A. Lourens-Koop heeft daar maar weinig woorden voor nodig. Vakwerk!'
Auteur | | Lourens Koop |
Taal | | Nederlands |
Type | | Boek & Overig item |
Categorie | | Literatuur & Romans |