Dit boek gaat over kleding uit de hele wereld in alle soorten en maten en we zullen ons dus niet tot een bepaalde historische ontwikkeling of een bepaald gebied beperken.
In deze ‘Aardrijkskunde van het kostuum’ wordt een beeld gegeven van de manier, waarop de mensen zich in alle delen van de wereld kleden, of tot voor kort gekleed gingen, wanneer zij niet de westerse kledingswijze hebben overgenomen.
Er zullen voorbeelden gegeven worden van wat men meestal de ‘traditionele’ klederdracht noemt, die in tegenstelling tot de aan mode onderhevige kleren aan een langzame en in veel gevallen onbekende ontwikkeling onderworpen is geweest. Wat we hier laten zien, zijn bepaalde karakteristieke drachten, die kenmerkend waren - en op veel plaatsen nog steeds zijn - voor de verschillende geografische gebieden op aarde. We gaan dus uit van de geografie en behandelen de verschillende gebieden in de wereld ieder apart. Zoals bekend is de aarde een bol, en waar moet men op die bol beginnen en waar eindigen opdat enerzijds een zekere verwantschap tussen klederdrachten duidelijk wordt en anderzijds bepaalde verschillen een natuurlijk gevolg blijken van de geografische ligging van de gebieden.
Wij besloten te beginnen waar twee werelddelen elkaar ondanks een grote afstand toch, ook op het gebied van kleding, lijken te ontmoeten. We zullen vertrekken op het eiland Madagascar ten oosten van Afrika, waar dit werelddeel en
Azië dank zij de wisselende moessons met elkaar in verbinding staan. Hiervandaan begeven we ons naar het vaste land van Afrika en doorlopen dit van zuid naar noord, dat wil zeggen van het ‘zwarte’ naar het ‘blanke’ Afrika ten noorden van de Sahara. Via de Arabische gebieden van het Midden-Oosten en de landen die ‘de vruchtbare halve maan’ vormen, komen we via Iran en Afghanistan in Voor-Indië. Vanuit Achter-Indië en het Maleise gebied wenden we ons zuidwaarts naar Australië, Melanesië, Micronesië en Poly- nesië en vervolgens naar het noorden naar het Verre-Oosten met Japan, Korea en China. Van hier gaan we westwaarts door Chinees Centraal- Azië, dat wil zeggen Mongolië en Xizang (Tibet), naar Russisch Centraal-Azië en via Turkije Europa binnen. Vanuit Noord-Europa trekken we daarna de poolcirkel rond naar Groenland, dat in dit verband het meest oostelijke gebied is. Ten slotte zullen we dan de kleding bij de Indianen in Amerika van noord naar zuid doornemen. Hier vinden we zowel klederdrachten die bij de ontdekking van Amerika in ongeveer dezelfde vorm bestonden als enige mengvormen die vooral in Latijns-Amerika zijn ontstaan als gevolg van de ontmoeting met Europese kleding- wijzen. Wij eindigen weer waar de mensen van twee werelddelen elkaar ontmoeten, namelijk de Indianen van Amerika en de Afrikaanse negers, die als slaven naar de Nieuwe Wereld zijn gebracht.