Op 23 december 1991 komen de leiders van de drie grootste misdaadorganisaties van Moskou bij elkaar om het territorium te verdelen. De Tsjetsjeense bendeleiders, alom nog meer gevreesd dan hun Russische collega’s, doen hetzelfde.
De nieuwe president van Rusland ziet dat het tijd is voor een daad – de privatisering van wodkadistilleerderij Rode Oktober, de beroemdste van allemaal. De opdracht daartoe gaat naar de Amerikaanse Alice Lidell, jong, aantrekkelijk – en aan de drank. Dat ze gewend is veel te drinken, maakt haar werk gemakkelijker. Dat ze een hartstochtelijke relatie begint met Lev, de directeur van Rode Oktober, gooit echter roet in het eten, zeker als Alice erachter komt dat hij zojuist is gekozen tot opperbaas van de Russische maffia.
Tegelijk raakt Moskou in de ban van een seriemoordenaar, waarvoor de gewetensvolle politie-inspecteur Juku Irk geen partij lijkt te zijn. Tot hij steun krijgt van de leden van Lev’s misdaadorganisatie…