Een ontroerende en spannende roman over een Indiase prinses die in werkelijkheid Noor Inayat Khan heette. Ze was musicienne en dichteres - en geheim agente. In 1913 werd ze geboren in Sint-Petersburg. Na de val van de tsaar vestigde zij zich met haar ouders in Frankrijk waar Noor een Frans-Britse opvoeding kreeg. In 1940 verhuisde Noor naar Engeland waar ze zich in 1943 aanmeldde om mee te strijden tegen de nazi's. Haar geloof verbood haar echter het gebruik van wapens en geweld. In bezet Parijs zou ze de liefde vinden, maar ook verraad, angst en moed. Ze speelde een cruciale rol in de operaties die uiteindelijk zouden leiden tot de landing van de geallieerden in juni 1944.
'Ze was de zachtaardigste soldaat die ik ooit heb gekend. Ze heeft gevochten, prinses van Duizend-en-één-nacht, meer en beter dan anderen...'
Op 16 juni 1943 landden Noor Mysore Vijay Khan, nazaat van de sultan van Mysore, en de jonge Frans-Britse officier John Sutherland op een weiland bij Angers, in het westen van bezet Frankrijk. Beiden waren agent bij de Special Operations Executive, de geheime dienst die Churchill had opgezet en die tot doel had het Franse verzet te ondersteunen. Prinses Noor nam binnen die dienst een bijzondere plaats in: ze had zichzelf aangemeld om een rol te kunnen spelen bij de bestrijding van het kwaad dat zich over het Europese vasteland verspreidde, maar haar geloof verbood haar wapens en geweld te gebruiken. Daarom kreeg ze de taak om contact op te nemen met een Franse verzetsgroep en vanuit bezet gebied in het geheim radioberichten over de vijandelijke troepenbewegingen naar Engeland te seinen. Ze wist toen nog niet dat er binnen de groep een verrader opereerde.