Op een dag zien de dorpelingen voetstappen in de sneeuw die opvallen door hun gelijkmatigheid. Ook de negenjarige Mol, die deze bijnaam kreeg omdat hij gravend in het zand van alle naar boven haalt, is erdoor gefascineerd. Mol is een jongetje met veel verbeelding. Hij ziet de schoonheid in kapotte, versleten dingen en brengt ze opnieuw tot leven in zijn fantasie.

De bijzondere voetstappen leiden naar een al jaren leegstaand huis. In het oude huis is Simri komen wonen, de jongste erfgenaam van de oorspronkelijke eigenaren. Hij wint de harten van de mensen, maar dat duurt niet lang. Als Hoofd Gemeentelijke Parken en Tuinen verandert hij het kleine stadje in een zielloos en perfect symmetrisch geordend plaatse. Toch worden Mol en Simri vrienden...